Het leggen van laminaat is eenvoudig als men zich aan een aantal voorwaarden houdt. Bij iedere verpakking zit een inlegvel waarin exact de gebruiksaanwijziging vermeld staat.
VOORBEREIDING
Het leggen van laminaat is niet moeilijk als u de instructies volgt.
1. Zet de ongeopende pakken 48 uur in de te leggen ruimte om op kamertemperatuur te komen. Ideaal is 18 – 30°C en een relatieve luchtvochtigheidsgraad van maximaal 55%.
2. Zorg dat u de benodigde materialen binnen handbereik heeft zoals: fijngetande zaag, hamer, winkelhaak, koevoet of aanslagijzer, meetlat, potlood, spandraad, aanslagblokje, PVAc-lijm, (alleen bij laminaat dat in messing en groef verlijmd dient te worden) afstandklosjes van 10 mm dikte, onderlaagschuimstof en dampdichte folie. Eventueel een spiraalboor en een elektrische zaag.
3. Van tevoren controleren of de deur / deuren na het leggen normaal kan / kunnen worden geopend. Eventueel dient u de deur / deuren af te schaven.
4. Een houten ondervloer moet u controleren op loszittende onderdelen en deze eerst vastzetten. Onregelmatige oppervlakken kunt u egaliseren met spaan- of hardboardplaten en deze spijkeren of schroeven. Op betonnen vloeren van een nieuwe woning en vloeren met daaronder een kruipruimte brengt u altijd eerst vochtwerende folie aan, dit in verband met het isoleren van eventueel aanwezig vocht. Deze foliebanen elkaar 20 cm laten overlappen en vastzetten met isolatie- of reparatietape, ook de naden dichtplakken. Grote oneffenheden in de vloer uitvlakken met egaliseermiddel.
5. Elke ondervloer moet schoon, droog, vlak en vast zijn.
6. Breng een isolerende, dempende en egaliserende tussenvloer aan van parketisolatie op rol en / of zachtboard ondervloerplaatjes.
7. De productie van de laminaat planken wordt aan een strenge kwaliteitscontrole onderworpen. Voor het leggen dient u echter elke plank zorgvuldig te controleren, want eenmaal gelegde en / of gelijmde planken en zichtbare gebreken geven geen enkel recht op teruggave of schadevergoeding.
8. Gebruik lamellen uit verschillende pakketten altijd door elkaar. Dit in verband met het mogelijke kleurverschil.
9. Lees en volg altijd de leginstructie die in elk pakket wordt meegeleverd.
LEGRICHTING VAN DE PLANKEN
De legrichting van de laminaat planken is van diverse criteria hankelijk. Deze criteria zijn in volgorde van belangrijkheid:
1. De aard van de ondergrond. Als laminaat wordt gelegd op bestaand parket, de planken loodrecht ten opzichte van de parketplanken leggen.
2. De lichtbron: de planken in de richting van de lichtinval leggen.
3. De vorm van het vertrek: de planken moeten in de lengterichting worden gelegd.
LEGINSTRUCTIE
1. Aan de hand van de dikte van de isolatiefolie / ondervloeren en van de laminaat panelen nagaan dat de deur(en) normaal kunnen worden geopend, eventueel de deur(en) bijwerken. Gebruik lamellen uit verschillende pakketten altijd door elkaar. Dit in verband met het dessin en mogelijk kleurverschil.
2. Het is zeer belangrijk dat er langs wanden, kozijnen, standleidingen, etc. een zwelnaad van 10 mm wordt aangehouden. Lamellen bij voorkeur dwars op de tussenvloer leggen, zodat voegen niet samen kunnen vallen. De laminaat vloer is niet geschikt voor natte, vochtige ruimtes, zoals badkamers. Laminaat kan rechtstreeks op elke vlakke en gladde ondergrond worden gelegd, met uitzondering van hoogpolig tapijt en kurk. De planken mogen nooit op de ondervloer worden gespijkerd of geschroefd. Voor het gebruik van een handzaag met fijne vertanding, de planken zagen met decoratieve zijde naar de zaag gekeerd. De decoratieve zijde naar beneden laten wijzen voor het gebruik van een cirkel- of decoupeerzaag.
3. Leg de eerste rij lamellen met de groef langs de muur zonder te verlijmen. Kijk met spandraad of de eerste rij kaarsrecht ligt. Tussen lamellen en wand plaatst u om de 40 cm een afstandsklosje om de zwelnaad van 10 mm aan te kunnen houden. Ook op de kopse kanten plaatsen. Als de muur ongelijkmatig is, moet men het verloop van de muur op de eerste plankenbaan aftekenen en de planken zo zagen, dat hierbij de onregelmatigheid van de muur gevolgd wordt. Pas steeds elke lamel in de vorige lamel in de vorige rij en kijk of ze perfect aansluiten alvorens te verlijmen. Komt u tijdens het leggen lamellen tegen die niet 100% in orde zijn, leg deze dan terzijde. U kunt ze gedeeltelijk verwerken in het wildverband of hoekjes.
4. In het geval dat u laminaat heeft aangeschaft dat zonder lijm gelegd kan worden, is het niet noodzakelijk om de lamellen onderling te verlijmen. U kunt ze dan in elkaar “klikken” volgens de instructies op het inlegvel in de verpakking van het betreffende laminaat.
5. De volgende rij begint u met een rest stuk van de vorige, mits dit langer is dan 40 cm. Zo ontstaat een wildverband en heeft u het minste afval. Vanaf de tweede rij de lamellen gelijkmatig in de groeven verlijmen met waterbestendige PVAc-lijm, ook de kopse kanten. Als de panelen niet goed in elkaar zitten, dan even het vuil verwijderen met een schroevendraaier. Zodra u 6-8 rijen heeft gelegd, heeft de vloer voldoende verband en kan de eerste rij verlijmd worden. Voor het lijmverbruik altijd de aanwijzingen van de fabrikant volgen (geen puntverlijming toepassen). De uitpuilende lijm direct verwijderen met een vochtige doek, anders ontstaat er een een “lijmsluier” op het laminaat. De “lijmsluier” resulteert in kleur- en/of glansverschillen. Het goed verwijderen van lijmresten is belangrijk, u mag immers 24 uur het laminaat niet betreden. Spoel deze dikwijls uit en ververs regelmatig het water.
6. Een spanner gebruiken op de plaatsen waar de hamer onvoldoende is om de planken goed samen te drukken. Met de spanner kunnen de delen strak worden samengevoegd en de eindplanken worden gekiemd. De druk altijd gelijkmatig uitoefenen. Wij raden aan minstens drie spanners te gebruiken voor een lengte van 2 meter. Vervolgens de spanners om de 1.30 m. plaatsen. De kopse kanten aandrukken met een houtklosje, koevoet of aanslagijzer. Lamellen aanslaan met een aanslagblokje, voorkomt onnodige schade.
7. In vertrekken met ene oppervlakte van meer dan 50m2, of met een zijdelingse lengte van meer dan 8 meter, moeten t.b.v. het uitzetten van het laminaat uitzetvoegen worden voorzien (minimaal 10mm). In dit geval is het aan te bevelen om het totale oppervlak op te delen in meerdere vlakken (elk kleiner dan 50m2) en de uitzetvoegen onder de strips weg te werken. Laminaat kan vanwege de verschillen in luchtvochtigheid en temperatuur in verschillende ruimtes in een woning niet doorgelegd worden; b.v. van woonkamer naar keuken. Ook hier dient u gebruik te maken van uitzetvoegen ter hoogte van deurdrempels, pilaren etc., welke weg te werken zijn onder strips. Voor de overgang van laminaat naar andere soorten vloerbedekking zijn ook diverse strips verkrijgbaar.
8. Het leggen van de laatste rij vereist een speciale aanpak. Op de eerder gelegde lamel A legt u lamel B en daar overheen lamel C die u tegen de wand aandrukt. Teken lamel C af op lamel B die eronder ligt. Het afgetekende stuk van lamel B past in de laatste rij. Bij het afzagen10 mm smaller zagen i.v.m. de zwelnaad. Let op de juiste zijde i.v.m. messing / groef
9. Reststuk met bijvoorbeeld een koevoet op zijn plaats brengen. Afstandsklosjes tussen de muur en de laatste panelen aanbrengen, de speling van 10 mm aanhouden. Dit is belangrijk aangezien het laminaat onder invloed van de luchtvochtigheid werkt, net als een houten vloer.
10. Voor de verwarmingsbuizen gaten voorzien met een doorsnede van meer dan 14 mm. De zijkant van de zaagsnede met lijm insmeren en passen. U verkrijgt een groter lijmoppervlak als u op 45° zaagt.
11. De afstandsklosjes tijdens het drogen laten zitten. Wij raden een droogtijd van tenminste 24 uur aan alvorens te betreden en meubels te plaatsen. Werk de vloer af met parketlatten en / of een plint, maar hecht deze laatste nooit vast aan de laminaatvloer.
TIPS TOT BEHOUD EN BESCHERMING
- Laminaat heeft weliswaar een harde toplaag, maar is desondanks niet krasbestendig. Vermijd inloop van zand, gruis, ed. Voorzie meubels en stoelpoten van viltdopjes. Deurmatten zijn ook doeltreffende hulpmiddelen. Regelmatig stofzuigen is het behoud voor uw vloer.
- Kunststof laminaat schoonhouden door regelmatig stofzuigen, vegen en afnemen met een lichtvochtige doek met een goede allesreiniger, of laminaat cleaner, geschikt voor een laminaatvloer. Nooit nat maken of dweilen. Minimaal twee keer per jaar met laminaat polish behandelen, afhankelijk van de gebruiksintensiteit.
- Voor overgangen van laminaatvloeren naar een andere vloerbedekking kunt u speciale afdekprofielen gebruiken.
Bron: Kwantum
Tip: Kwantum is vaak voordelig met houten/laminaat vloeren…